26 aug, 2023
Na twee mooie weken in de bergen van Mallorca verheugde ik mij ook weer op thuis. Eigen koffie, eigen douche en vooral eigen kussens en matras, want dit keer verheugde ik mij met name op het eigen bed in de eigen slaapkamer.
Doordat de airconditioning in ons vakantiehuis tussen beide slaapkamers hing, bleven de slaapkamerdeuren ’s nachts open en kon ik weer eens meegenieten van alle geluiden die iedereen gedurende de nacht maakt. Ik hoorde woelen, snuffen, snuiven, snurken, neus ophalen, puffen en blazen. En dat dan in drievoud. Daarnaast werd er ogenschijnlijk geen rekening gehouden met slapende familieleden wanneer het licht midden in de nacht zomaar aan werd gedaan en de badkamerdeur hardhandig open en dicht. Als de deur niet werd dicht gedaan, was ik uiteindelijk diegene die hem dan maar stilletjes sloot. De rest sliep dan zeker alweer.
Ik denk dat ik in de nacht een vorm van Misofonie, haat tegen geluid, ontwikkel. Elk ademgeluid dat namelijk afwijkt van een reguliere neusademhaling wakkert ‘haat’ in mij aan. Ik word er wakker van, ga erop letten en kom vervolgens niet meer in slaap. Het volume maakt daarbij niet uit. Vooral tegen de ochtend word ik er echt agressief van. Dan wil ik gewoon nog even slapen net als iedereen om mij heen.
Als ik er over nadenk is het eigenlijk altijd al zo geweest. Ik ging al jong mee op jeugdkampen waar je dan met de gehele groep in van die grote zalen sliep. Zodra ik ging liggen, wachtte ik op afwijkende geluiden die soms wel en soms niet kwamen. Ook oververmoeid, tijdens de ontgroening, ontnam de 'haat' mij mijn laatste restje slaap omdat de rest wel gelijk in slaap viel en de daarbij horende geluiden maakte. En in de jaren dat ik nog wel eens kampeerde hoorde ik vanuit een andere tent altijd wel een snurkgeluid komen en lag ik daar wakker van.
Wat gek is, is dat ik wel tegen andersoortige geluiden kan. Pratende feestgangers en harde muziek vind ik bijvoorbeeld geen enkel probleem. Al is het feestje onder mijn slaapkamerraam, ik slaap er geen minuut minder om.
Helaas was mijn eerste nacht in mijn eigen bed niet zo stil als ik had gehoopt. Een blaffende hond in combinatie met een onvindbare en zoemende mug hielden mij uit mijn slaap. De afkeer tegen die geluiden klinkt alleen een stuk logischer dan die tegen ademgeluiden van de drie mensen die mij zo dierbaar zijn. Ik moet er vanaf nu voor zorgen dat ze geen haat maar geluksgevoelens geven, dat ze klinken als muziek in mijn oren. Want daar kan ik tenslotte gewoon tegen.