29. maart, 2025
Ik was mijn bezoek dit jaar aan de mondhygiëniste alweer bijna vergeten totdat ik het verslag van een vriendin las over haar afspraak. De moraal van haar verhaal was dat ze bij voorbaat geen zin had in de preek die ze telkens krijgt zodra ze in de stoel ligt en haar mond opent. En daar kan ik het alleen maar mee eens zijn.
Bij mijn voorlaatste bezoek kreeg ik op mijn kop en dus deed ik vanaf dat moment extra mijn best: ik gebruikte dagelijks stokers en poetste minimaal één keer per dag elektrisch. Waar er eerder nog weleens bloed aan een stoker zat, gebeurde dat in deze periode geen enkele keer. En dus maakte ik met iets minder lood in mijn schoenen een afspraak: eerst bij de mondhygiëniste, daarna bij de tandarts.
Omdat de mondhygiëniste uitliep werd ik eerst bij de tandarts naar binnen geroepen. Nadat ze met de mondspiegel en het tandartshaakje door mijn mond was gegaan zei ze: “Keurig. Je hebt jouw gebit mooi onderhouden. Het ziet er prima uit, alleen bij de verstandskies linksonder bloedt het een beetje, maar daar kom je met de tandenborstel ook moeilijk bij.” Ik kan niet ontkennen dat ik er een goed gevoel van kreeg. Toch een beloning na hard werken en die verstandskies zou vanaf nu wat extra aandacht van mij krijgen.
Enigszins gerust gesteld nam ik vervolgens plaats op de stoel van de mondhygiëniste. Toen ze me vroeg hoe het ging, antwoordde ik misschien iets te zelfverzekerd dat de tandarts tevreden was en slechts een klein aandachtspunt had genoemd. Met een lach voegde ik er nog snel en verontschuldigend aan toe dat zij ongetwijfeld nog wel wat meer zwakke plekken zou ontdekken.
Nadat zij een blik in mijn mond had geworpen, smeerde ze roze plaqueverklikker op mijn tanden en gaf me vervolgens de handspiegel. Zo kon ik zelf zien waar de plaque allemaal zat en dat was niet alleen bij die ene verstandskies linksonder. Terneergeslagen onderging ik de behandeling. Weer niet goed genoeg gepoetst… Ik geloof dat ze nog wel zei dat mijn gebit er beter uitzag dan bij de vorige afspraak, maar dat hoorde ik allang niet meer.
Vroeger had ook ik zo’n tandarts die zonder waarschuwing begon te boren. Daardoor ga ik tot op de dag van vandaag met tegenzin naar de tandarts. De preken van de mondhygiëniste helpen daar niet bij, ook al is het haar werk. En toch: had ik mijn hele leven beter gepoetst en minder gesnoept, dan lag ik daar nu misschien niet met een mond vol gevulde tanden.