17. augustus, 2024
Vandaag zou mijn vader jarig zijn geweest. Alweer negen jaar geleden overleed hij aan de ziekte van Parkinson. Hoewel, officieel overlijd je niet aan Parkinson, maar inofficieel zeker wel dankzij. De aftakeling was heftig, het overlijden zwaar. Het proces van versterven was in het echt lang niet zo humaan als mijn lievelingsserie Oogappels deed vermoeden. Met zo'n lijdensweg worden de mooie herinneringen snel overschaduwd. “Heb ik opa ooit gezond gekend?”, vroeg Kasper mij dan ook laatst.
Op een avond scrolde ik door oud beeldmateriaal en vond een filmpje van een kenmerkend tafereel aan tafel. Daar was Kasper, die zijn allereerste stukje kiwi van opa kreeg. Hoewel op het eerste gezicht niet zo bijzonder, had de kiwi in onze familie een speciale status. Mijn vader bracht ze begin jaren tachtig, toen ze nog exclusief waren, al uit Nieuw-Zeeland mee. Kasper krijgt dan ook een kort college van hem op een manier die in onze familie gebruikelijk was: grappig door zelfspot.
Mijn vader meldt dat de kiwi eigenlijk een Chinese kruisbes is, oorspronkelijk uit China komt en vanuit daar naar Nieuw-Zeeland is gehaald. En dat de eerste boeren er schatrijk mee zijn geworden. Gekscherend noemt hij nog even de Latijnse naam en herhaalt die een paar keer. Het is dan al duidelijk dat zijn articulatie te wensen overlaat. Kasper luistert aandachtig maar het stukje kiwi moet hij niet.
Het filmpje bevat veel: zijn witte bos haar, de erudiete uitstraling van een geleerde man, de humor, zijn onhandigheid in de omgang met een baby, zijn strenge blik omdat hij eigenlijk vindt dat iedereen moet eten wat de pot schaft, maar ook de lach die volgt wanneer Kasper ondeugend voet bij stuk houdt en het stukje kiwi ondanks al onze verwoede pogingen uitspuugt.
Als het filmpje langer had geduurd dan had hij nog gezegd dat Kasper, vergeleken met zijn opa, in weelde opgroeit. Dat hij in genoeg landen is geweest waar kinderen zich niet kunnen permitteren om eten uit te spugen. “Vanuit Pekel de wereld bereisd”, zo verwoordde ik het nog in een lied. Want dat deed hij. Nadat hij met dank aan een meester van de lagere school naar de HBS ging, studeerde hij in Wageningen, ging op wereldreis, solliciteerde bij Bayer en woonde uiteindelijk twintig jaar in Thailand. “Sauerkraut met gebakken rijst”. Een volgende regel in datzelfde lied.
Wat in het filmpje bovendien duidelijk wordt is dat ik mijn uiterste best doe om Kasper die kiwi te laten eten op zoek naar goedkeuring. En eigenlijk gaat er geen dag voorbij zonder dat ik mij afvraag of hij nog iets meekrijgt van mijn leven en wat hij daar dan van vindt. Helaas moeten we het al negen jaar zonder verdere colleges van hem en alleen met beeldmateriaal doen.
Met dank aan wat hij mij heeft meegegeven bereis ik de wereld ondertussen op mijn eigen manier. En hij ziet vast dat het goed is.