16. maart, 2025
Toen ik laatst midden in de nacht het doffe geluid van een vallende klep van het sleutelbakje hoorde, realiseerde ik me hoe eigen dit onnozele sleutelbakje met zijn geluiden in ons dagelijks ritueel is geworden.
Het is een traditioneel Hinderlooper muurkastje dat we jaren geleden van mijn schoonouders kregen. Zij wilden er vanaf, maar omdat er bij mijn ouders een soortgelijk bakje stond nam ik het dankbaar aan. Het kastje heeft een rechthoekige vorm en een halfronde achterplaat met een uitsparing bovenaan, waarmee het eenvoudig aan de muur bevestigd zou kunnen worden. Zou kunnen worden, want bij ons staat het al die jaren gewoon op de grond. De klep opent door hem omhoog te kantelen. Laat je hem los, valt hij weer terug en maakt dan dus een dof hout-op-hout geluid.
De basiskleur is een dieprode, baksteenachtige kleur maar door het intensieve gebruik komt hier en daar het hout tevoorschijn. Op de klep prijken bloemen met sierlijke krullen en patronen in groen, geel, blauw en wit. Op de voorkant is een klein landschap geschilderd met een windmolen en blauwe luchten, omlijst door een sierlijke gouden krulrand. Voor mij ademt het kastje nostalgie. Het doet mij denken aan de hoogpolige vloerkleden die vroeger bij mijn grootouders op tafel lagen.
Op internet lees ik dat dit soort kastjes meestal in de keuken hingen, waar ze gebruikt werden om kruiden in te bewaren. Bij ons doet elk familielid er gedisciplineerd de sleutels in. Zo is niemand ooit zijn sleutels kwijt (nou ja bijna nooit dan) en kunnen sleutels die door iedereen worden gebruikt snel worden gevonden. Het gevolg is dat iedereen voor vertrek al bukkend zijn sleutels eruit haalt en ze er bij thuiskomt weer instopt. Omdat het kastje zo laag staat, laten we allemaal de klep vallen, wat het volume van het geluid ten goede komt. En doordat de doffe klank nog wat nagalmt door de rest van het huis, weten de thuisblijvers precies wanneer iemand vertrekt of thuiskomt. Dat kan goed van pas komen. Vooral ’s nachts als de kinderen van huis zijn. Dan is dát waar ik onbewust op wacht.
Dus, toen het vertrouwde doffe geluid van een vallende klep mij laatst midden in de nacht weer eens wekte, draaide ik me lekker om. Blij, dat hij zijn klep ook deze nacht niet had gehouden.