01. juni, 2024

Zomaar een pakketje

Het is nog vroeg en stil op straat wanneer een meisje mij op een fiets tegemoet komt. Ik denk dat ze op weg is naar de eerste of de tweede klas van de middelbare school. Plotseling mindert ze vaart en fietst naar de andere kant. Ze is op weg naar die prullenbak, denk ik, en even later zie ik inderdaad hoe ze uiterst nonchalant een pakketje richting die prullenbak gooit. Ze mist, en het pakketje valt met een doffe plof op de grond. In eerste instantie lijkt het alsof ze schuldbewust om zich heen kijkt, maar vervolgens sust haar puberbrein haar geweten en besluit ze dat oprapen nergens voor nodig is. Weg is weg, zal ze gedacht hebben.


“Je hebt de prullenbak gemist!” roep ik haar nog halfslachtig toe, al heb ik geen enkele illusie dat mijn reprimande haar op andere gedachten zal brengen. En inderdaad, ze kijkt niet op of om en verdwijnt al snel in een bocht. Dan raap ik het wel op, denk ik. Want, verander de wereld en ruim elke dag één stuk zwerfafval op.


Even later heb ik het vierkante pakketje in mijn handen. Vol verbazing stel ik vast dat het hier om twee, in aluminium folie verpakte, boterhammen, moet gaan. Boterhammen die waarschijnlijk door haar moeder in alle vroegte en met alle liefde zijn gesmeerd. Ik vermoed bovendien dat haar moeder dat zelfs fijn vond om te doen, omdat ze ziet hoe snel haar dochter groot wordt op de middelbare school.  Bij de overdracht van het pakketje had ze haar dochter nog zogenaamd streng toegesproken en pedagogisch verantwoord gemeld dat er een tijd komt dat ze zelf moet smeren. “Geniet er nog maar even van deze luxe!” had ze tijdens het uitzwaaien voldaan gezegd.


En nu lagen haar goede bedoelingen nota bene naast de prullenbak. Hoe ondankbaar. Zou haar dochter dit elke ochtend doen? Zou ze iets van schuld voelen wanneer ze de boterhammen in ontvangst neemt of wanneer ze het pakketje vervolgens in de prullenbak gooit? Wat zou ze nu op school eten? En wanneer zou haar moeder het doorhebben?


Met de boterhammen in de hand ben ik enerzijds onder de indruk van haar brutaliteit en vind ik natuurlijk dat je eten nooit mag weggooien. Anderzijds moet ik hardop lachen. Wat zijn wij als moeders toch goedgelovig en wat doen we ons best, terwijl we vaak geen idee hebben wat onze kinderen uitspoken.


En alhoewel ik gestopt ben met het inpakken van boterhammen, weet ik zeker dat ik zelf nog vaak genoeg word ingepakt.