15. juni, 2024
Er komen veel herinneringen boven nu het Europees kampioenschap weer in Duitsland wordt gehouden. In 1988, toen Nederland Europees kampioen werd, woonde ik daar. Het was achteraf misschien wel mijn eerste kennismaking met mijn Nederlandse nationaliteit. In die tijd juichte ik namelijk aanvankelijk harder voor het gastland dan voor mijn eigen land. Ik keek tenslotte elke zaterdag om zes uur met mijn vader naar de Sportschau en dus kende ik de Duitse spelers wel, en de Nederlandse niet. Best goed ook.
Het was vermoedelijk ook de eerste ontmoeting met de kleur oranje. De eerste wedstrijd van Nederland werd in Keulen gepeeld en toevalligerwijs was ik die dag met vriendinnen in het centrum alwaar we dus een grote groep fans in oranje ontmoetten. Ik had mijn vriendinnen vreemd genoeg de legendarische woorden “Ik wil televisie kijken” geleerd. De keuze voor die zin kan iets zeggen over bravere tijden of over mijn onnozelheid als zestienjarige. Wij hadden in ieder geval de grootste lol en de Oranjesupporters reageerden er leuk op.
Toen Nederland van Duitsland won, was daar de smet van Koeman. Hij veegde nota bene zijn billen af met het shirt van Thon. Was dat nou typisch Nederlands, of niet. De finale maakte het weer goed. Alhoewel, het kijken naar de finale kan ik me niet herinneren. Het was een samenvatting die mijn vader ‘s avond had opgenomen met de videorecorder die we net hadden. Een reportage over de finaledag met veel complimenten voor het onbevangen en vrije gedrag van het Oranjelegioen en spelers. Ik herinner me de beelden van heel veel fans in München rond en vooral in een fontein. Ik zie een stadion gevuld met uitgedoste Oranjefans. En ik hoor vleiend commentaar over het frivole spel van Nederland. Kortom, de reportage bracht het toppunt van Nederlandse gezelligheid in beeld en daar wilde ik dan wel weer onderdeel van uitmaken.
Tot slot vroeg een verslaggever aan van Basten hoe hij dat mooie doelpunt had kunnen maken. Van Basten zette zijn breedste en charmantste glimlach op en antwoordde eerder in het Nederlands dan Duits: “Daz haabe igh feur Digh gemagt”. Hij drapeerde zijn arm daarbij om de ietwat stijve, ongemakkelijke verslaggever heen alsof het zijn beste vriend was. Mijn vader en ik hebben er nog vaak naar gekeken. Het was voor die tijd en voor ons mooie televisie.
Uiteindelijk kwamen mijn twee werelden bij elkaar doordat mijn Duitse vriendinnen een Nederlandse zin uitspraken en een Nederlandse voetballer een Duitse. En zo zie je maar weer, het kan nooit kwaad om elkaars taal een beetje te leren spreken.