25. augustus, 2024
Gisteren tijdens het douchen liep het water weer eens niet door en wist ik wat me te wachten stond. Hoewel ik de rest van de douchebeurt vervolg met een weeïg gevoel in mijn maag vervolg, licht ik tegenwoordig het doucheputje stoïcijns op om de kluwen haar en zeepresten uit het opvangmandje te trekken en ze te verwijderen.
Dat was vroeger wel anders. Ik ben heel lang vies van haren geweest. Nat of droog. Zo herinner ik me nog goed dat ik op vakantie in een hotel mijn tanden ging poetsen en vervolgens kokhalzend de badkamer weer uit strompelde. Toen ik mijn tandpasta wilde uitspugen had ik namelijk een lange, dikke, zwarte haar in de wastafel gespot. Een klein gedeelte van de haar was al in het putje verdwenen maar het grootste gedeelte lag nog in de wasbak gedrapeerd. Zo vies. Het contrast tussen de zwarte kleur van de haar en de witte van de wastafel hielp daar niet bij. Mijn reisgenoot keek mij verbaasd aan en spoelde hem onbewogen weg. En ook al is dit heel lang geleden gebeurd, zie ik die haar nog steeds liggen.
Inmiddels ben ik echter ouder, wijzer en grijzer en vind ik mijn eigen haren op alle donkere ondergronden. Witte haren op de trap, op de deurmat en vooral op mijn blauwe teddyjas en kleding. En omdat al mijn kleding blauw is en collega’s wel eens haren van mijn kleding hebben gehaald onthaar ik mijzelf tegenwoordig elke keer als ik naar de wc ga.
Ook heb ik een dochter met hele lange bruine haren die daar zelf helemaal niet vies van is. Haar borstel, kam en elastiekjes zitten er vol mee. Ook de wastafel wordt niet gespaard. Dus geen haar is mij tegenwoordig te veel. Het verwijderen ervan blijft een vies klusje, maar als de deurmat weer is gezogen, mijn jas onthaard en alles weer netjes doorstroomt heb ik daar een voldaan gevoel van en dat maakt veel goed.
Deze vakantie werd ik echter op de proef gesteld. Toen ik als eerste ging douchen stond ik binnen een seconde in een laagje water dat al snel een voetbad werd. Omdat we bij aankomst een briefje hadden gevonden waarop stond dat het huisje een vochtprobleem had, wees ik de overstroming in eerste instantie aan dat probleem toe. In tweede instantie groeide mijn nieuwsgierigheid en vroeg ik me bij elke douchbeurt wat meer af wat ik onder dat rooster zou aantreffen. Daardoor kwam ik wel steeds misselijker onder de douche vandaan. En zoveel haar ik ook heb, geen één die bedacht om het putje te lichten.