10. jun, 2017
Gisteren beide kinderen naar een kamp gebracht. Wederom grote verbazing over hoe dezelfde genen twee zulke verschillende kinderen kunnen voortbrengen. Terwijl Anouk in haar uppie het glutenvrije, onbekende tegemoet ging, dreigde Kasper’s tenniskamp (en dus mijn me-time) alsnog in duigen te vallen toen bleek dat een vriendje toch niet ging. Ik stond met al zijn spullen al bij de tennisbaan toen ik een app kreeg met de woorden “Ik ga niet”. Gelukkig kreeg ik ook nog een andere app waaruit bleek dat een ander vriendje weer wel ging. Even later kwam Kasper gelukkig alsnog aanfietsen. Wel afgesproken dat hij thuis mocht slapen. Gisteren avond zei hij: “Het was super-, super-, superleuk mamma!”. Bevestigt dat eens te meer, dat je soms de “angsten” van je kind maar gewoon mag/moet negeren?
Anouk haar glutenvrije kamp is in Otterlo. Op de heenweg vraag ik of ze er zin in heeft. “Ja, heel erg veel”, antwoordde zei. “Op dat kamp zijn we allemaal gelijk. Nou ja niet helemaal, maar we hebben wel allemaal dezelfde ziekte. En, ik hoef een heel weekend niet op te letten wat ik eet!”. Ik schrok er een beetje van, maar het is idd een ziekte (klinkt zo heftig) en ik denk dat wij ons niet altijd realiseren welke beperking coeliakie met zich meebrengt. Iedereen moest een glutenvrij baksels meenemen en zo stonden er toen wij vertrokken 36 dozen met heel veel lekkers! (Bakken voor zo’n kamp geeft trouwens wel een extra dimensie. Natuurlijk bak ik glutenvrij, maar als je weet dat er ook kinderen aanwezig zijn, die van één kruimel al 2 uur spugen, slaan de zenuwen tijdens het bakken wel toe….)
Anouk verheugde zich dus vooral op het feit dat ze met gelijkgestemden is in een omgeving waar iedereen vanzelfsprekend rekening houdt en de beperkingen even verdwijnen. En eerlijk gezegd vond ik het ook fijn om (weer) een half uurtje met ouders-van te praten. Even sparren, even het vaak emotionele verhaal over de weg naar de diagnose delen en even uithoren hoe iedereen het doet… Ik mag niet klagen over het medeleven in mijn omgeving, maar de echte (h)erkenning komt toch van ervaringsdeskundigen.
Vanochtend begon de me-time met een pedicure. Daarna heb ik 13.000 passen door Amsterdam gedaan. Eerlijkheidshalve moet ik het aantal passen misschien wel halveren, want de passen waren vaak pasjes. Italië verzuchtte volgens de berichten onder de vele toeristen, maar Amsterdam kan er ook wat van. Ik liep vanaf het station, in een niet Nederlandssprekende stoet, via de Jordaan naar het Leidse plein. Wel een superleuke wandeling trouwens. Het blijft een leuke stad. Wat een creatieve bedrijvigheid en wat een diversiteit! Een man, die allemaal poppetjes maakte van lege blikjes, waarbij de opening dan de mond was. Helaas kan ik er al googelend geen foto van vinden. Een oudere dame keek er kritisch naar en deelde mijn mening dat het kunst(ig) was niet. De wandeling eindigde met een date, een “Feest van herkenning”, waarbij wij zelf weer 25 jaar jonger leken, terwijl onze omgeving en omstandigheden een klein beetje veranderd zijn. Beide in conclaaf met professioneel succes enzo. Waar de één zich in wat intellectuelere sferen bevindt en de maatschappij met behulp van Aristoteles probeert te verbinden houd ik het bij mijn gave goed te observeren… Blijft belangrijk dit soort ontmoetingen met vrienden waarmee het nooit ongemakkelijk is. Bij terugkomst in het heerlijk rustige Haarlem Sushi gehaald en nog even met de blote benen een half uur in de avondzon gezeten. (Ik heb namelijk alweer 2 jurkjes gekocht, waarbij ik mezelf de belofte heb gedaan ze dit keer wel ooit een keer te dragen.) Kortom, een geslaagde me-time zaterdag, waarbij ik 24 uur nadat ik dacht overspannen te raken bij de tennisbaan de relaxknop weer gevonden heb…
Eigenlijk wilde ik vanaf de gelijkgestemden-conclusie nog een bruggetje bouwen naar situaties waarin ik op dit moment gelijkgestemden mis. Het vrouw-zijn in een mannenwereld en masculien bedrijf, het moeder zijn in een wereld waarin een serie zoals ‘Sophie in de mentale kreukels’ mogelijk is en plichtsbesef in een wereld waar een hoop regels vooral op een ander van toepassing zijn. (Laatst ging ik bij wijze van hele hoge uitzondering Kasper met de auto van school halen. De verkeerssituatie is daar niet heel overzichtelijk en sinds begin van het schooljaar mogen auto’s maar vanaf 1 kant het terrein van school oprijden. In de praktijk betekent dat dat je 50 m moet doorrijden, bij de rotonde moet keren en dan weer 50 meter moet terugrijden. Voor de auto die achter mij reed, gold deze regel echter niet). Wat ik er nou precies mee wilde weet ik na uren ture nog niet... :-)
Wel genoeg gelijkgestemden in de strijd tegen de meeuwen dit jaar! Nog geen meeuw gehoord in de vroege ochtend, terwijl de sporen in de tuin overduidelijk aantonen dat ze er wel degelijk weer zijn.