8 okt, 2023

Zomaar een hand

“En wat doet hij dan de hele dag?”

 

“Nou, hij werkt wat, hij gaat eens naar de sportschool en verder niet zoveel.”

 

“En dat vind jij goed?”

 

Het is een conversatie die ik de laatste weken regelmatig voer. Kasper heeft namelijk een tussenjaar. Hij doet wat hij wil en in tegenstelling tot anderen heb ik daar geen enkele moeite mee.

 

Ik denk juist te zien dat het hem goed doet. Dat hij ervan geniet, dat hij groeit en dat hij veel leert door te werken. Natuurlijk hangt hij ook meer dan genoeg en regelt hij ondanks de zeeën van tijd niet wat hij zou kunnen regelen (bijvoorbeeld het halen van zijn rijbewijs). Ik erger mij er alleen niet aan.

 

Ik heb al jaren geleden besloten dat ik geen strenge moeder ben en pamper ze graag. Ik vermoed dat mijn softe opvoeding mede een tegenreactie is op mijn eigen opvoeding, waarbij ik vrij jong geacht werd zelfstandig te zijn.

 

Ik weet bijvoorbeeld nog goed dat mijn fiets ooit werd gestolen en mijn ouders mij alleen naar de politie stuurden om aangifte te doen, terwijl ik dat doodeng vond. Ik weet niet meer hoe oud ik was, twaalf of dertien. We woonden in Duitsland en ik sprak in mijn herinnering de taal nog niet goed. Ik heb de aangifte gedaan, alleen vraag me achteraf nog wel eens af hoe.  

 

Een ander voorval dat ik mij eveneens goed kan herinneren is toen ik alleen naar de kno-arts moest voor een controle na een operatie. Ik was toen wel al vijftien. Het litteken in mijn neus bleek vergroeid en sloot bij elke inademing mijn luchtweg af. Na een verdoving, knipte de arts het stuk weefsel via mijn neus met een schaar af. Ik voel nog steeds hoe ik het weefsel en bloed doorslikte. Toen het bloeden was gestopt fietste ik schijnbaar onverschrokken weer naar huis.  

 

Het waren andere tijden, maar ik had als kind wellicht wat vaker aan de hand genomen willen worden. Dat gemis projecteer ik zo te zien wel eens op mijn eigen kinderen. Hoe erg dat is weet ik niet, want ze geven zelf wel aan of ze mijn hand nodig hebben of niet. Waar de één op haar twaalfde al alleen richting orthodontist vertrok, fietste ik nog jaren met de ander mee.

 

We zullen zien hoe de situatie over een jaar is. Wanneer Kasper echter zomaar zegt dat hij tijdens het bezorgen op een elektrische fiets langzamer voorbij ouderen fietst zodat ze niet zo schrikken, knijp ik mijn handen ook wel eens dicht.