Ik zou kunnen schrijven over hoe ik in alle vroegte van de stilte en een aflevering van GTST geniet. Over hoe ik iedere ochtend nog steeds een appeltje en een boterham voor twee pubers maak in de hoop dat ze naast chips en chocolade nog iets normaals gaan eten.


Een Zomaar  zou kunnen gaan over tijd voor mijzelf en hoe ik daar buitensporig van geniet. Over hard en veel werken en hoe ik mijzelf als bèta vrouw al jarenlang in een mannenwereld staande houd.  


Een mogelijk thema zou kunnen zijn dat ik geboren en getogen ben in het buitenland en mij na tientallen jaren nog steeds geen Nederlandse voel.


Dat ik de ziektes en de pijn van mijn kinderen het liefst zou overnemen. Dat ik heel boos word als Rob de Nijs in een talkshow verschijnt en er met zijn Parkinson wordt gekoketteerd.


Ik zou in een Zomaar kunnen vertellen dat ik nogal plichtsgetrouw ben en dus altijd oefen voor de volgende repetitie van het koor en hoe leuk dat is.


Dat ik val en opsta, een introvert met een verhaal ben, een chaoot met structuur of analist met creativiteit.


Kortom, Zomaren zijn zomaar wat verhalen.

Mijn Zomaren zijn zomaar wat verhalen