11. dec, 2022

Zomaar een imitatie

De twee filmpjes die in de groepsapp zijn gedeeld draai ik grijs en ik verstuur ze bovendien naar iedereen die maar enigszins interesse zou kunnen hebben. Het is vandaag the day after en ik merk dat ik nog even wil blijven hangen in de gezelligheid van gisteren avond. Gisteren avond was namelijk mijn tweede optreden met het koor en wat was het weer leuk.


Net als de vorige keer vertelde één van de koorleden iets over het lied dat we daarna gingen zingen. En ondanks dat spreken voor een groep ver buiten mijn comfortzone ligt, had ik sinds het vorige optreden een idee en had ik mij dit keer als één van de sprekers aangemeld.


Onze repetities gaan namelijk over veel meer dan het zingen van noten en teksten. Onze docente is uiterst enthousiast en bovendien een meesteres in het creëren van de specifieke sfeer die een lied volgens haar moet uitdragen. Vorig seizoen dartelde ze bijvoorbeeld nog door de ruimte om te demonstreren hoe blij en lichtvoetig Pocahontas over de weide huppelde in Colors of the wind, terwijl de wolven huilden. En eerlijk is eerlijk, vanaf toen zongen wij het nummer met een hele andere beleving. Dat is wat het zingen bij haar zo leuk maakt. En juist dat was hetgeen ik graag wilde overbrengen op het publiek. Gelukkig hadden we ook dit keer een nummer dat verschillende performances bij haar uitlokte.


Deliver us is een lied uit een musical dat de ontberingen van slaven bezingt; slaven die zich niet klein laten krijgen omdat ze hopen op het beloofde land van God. Deze smeekbedes wist ze regelmatig visueel te maken. Haar roeibewegingen en de manier waarop ze liet zien hoe de slaven lijden en God smeken hen het beloofde land te laten zien leenden zich mijn inziens perfect voor een imitatie.


De donderdag voor het optreden begon ik met het schrijven van de tekst en het oefenen van de bewegingen. Op papier lukte dat prima, in de praktijk wat minder en dus steeg de nervositeit. Hoezo had ik bedacht dat dit leuk zou zijn.


Het was uiteindelijk een succes. Mijn hoofd werd knalrood, mijn hart zat in mijn keel en mijn knieën waren slapper dan pudding, maar lijdend en smekend zingen ging daarna best goed. Daar had ik de dirigente op dat moment niet meer voor nodig.