19. okt, 2022

Zomaar een trechter

“Morgen moet jij ook mee van de glijbaan, mama!”, zeggen de kinderen als we langs de reusachtige trechter van de Bombo lopen. Zij snappen mijn tegenzin niet, maar zwemmen in een binnenzwembad doe ik alleen voor de kinderen.


Het begint al met een te grote overgang in kleding die in een veel te klein hokje moet plaatsvinden. Vooral in de winter vind ik het onaangenaam om de vele warme lagen te vervangen door oncomfortabele zwemkleding. En als aan het einde van de dag de kleiding weer aan mag is alles vochtig en moet je die zien aan te krijgen zonder dat een kledingstuk op de natte, vieze en met haren bezaaide vloer valt.

Eenmaal in het zwembad houdt de temperatuur van het water mij tegen om het water in te gaan. En als ik dan toch ga zwemmen, heb ik de rest van de dag pluizige haren, rode ogen en een droge huid.


De volgende ochtend verman ik mij echter. Iedereen is op tijd wakker en ik stel voor om direct richting zwembad te vertrekken. Niet veel later loop ik achter een zwemband een hoge trap op. De kinderen wijzen naar de vier gaten in de band en roepen enthousiast: “De beste indeling is papa voor, jij achter, wij aan de zijkanten en dan vooral goed vasthouden!”


Zo gezegd, zo gedaan en even later zie ik de trechter van de Bombo aan de binnenkant. Dat ik in de eerste bocht gelijk liters water over mijn gezicht en in mijn neus krijg is typisch maar mag de pret niet drukken. We draaien rondjes tot dat we in een vrije val naar beneden storten. Ik schreeuw en lach het hardst van iedereen. Ik zie alleen blije gezichten en nu ik er toch ben, herhaal ik het ritueel nog een paar keer.


Ik geniet ervan om de kinderen zo uitgelaten te zien.  Voor hun is samen in samen in een zwemband het toppunt van een familie zijn. Daarom beloof ik beterschap. Zo lang zij ervoor zorgen dat ik kan zwemmen in geluk in plaats van koud water vind ik een binnenzwembad zomaar leuk.