25. apr, 2022

Zomaar een vierkant

“Je zult zien dat er een zaadje is gepland”, zei ze bij vertrek. En daar kreeg ze helemaal gelijk in, want sindsdien spoken er allemaal tekeningen door mijn hoofd als ik in bed lig. Het éne moment word ik er blij en het andere moment moedeloos van.

Een paar weken geleden ben ik begonnen met een loopbaanadviestraject nummer zoveel. Het startte met een interview over mijn levensloop, gevolgd door één over de tien functies die ik zou bekleden wanneer alles mogelijk was. De analyse van dertien kantjes aantekeningen leverde vervolgens inzichten over mijn interessegebieden op.

Ik vind het leuk om onderwerpen inzichtelijk te maken en transparant te krijgen. Om er via een creatief proces ruchtbaarheid aan te geven en impact te hebben. Kortom, ik vind het leuk om een boodschap te hebben en te verspreiden.

Dat doe ik dan ook al best vaak, maar even vaak heb ik het gevoel tegen dovemansoren te praten. De boodschap komt niet over. Dat ligt aan geoefende dovemansoren, maar ook aan het feit dat ik het lastig vind om een aantrekkelijke weergave te maken. Ik gebruik veel te veel tekst. “Als je compleet wilt zijn moet je een proefschrift schrijven”, was niet voor niets het commentaar dat ik tijdens mijn laatste schrijfworkshop schrijven kreeg.

In het gesprek dat volgde vertelde ik dus dat het mij fantastisch lijkt wanneer mijn boodschap meer impact zou krijgen door haar te kunnen visualiseren. Zoektermen als visueel presenteren  en zakelijk tekenen leverden daarna meer dan genoeg hits op en tegen het manische aan schreef ik mij diezelfde avond nog in voor een gratis kennismakingscursus van vijf dagen.

Dag één begon goed. “Iedereen kan tekenen”, was de boodschap zolang je een cirkel, vierkant, driehoek en lijn kan tekenen. Die aanmoediging kon ik wel gebruiken, want tekenen kan ik niet. Vroeger al vonden de kinderen mijn vis een muis en mijn giraf een konijn. Op dag vijf kreeg ik echter de opdracht om mijzelf als poppetje te tekenen, maar door het zelfpoppetje zakte de moed weer in mijn schoenen. Zo gemakkelijk is het dan toch allemaal niet. Ik ben weer eens te enthousiast begonnen en bovendien zegt een stemmetje in mij steeds luider dat mijn publiek ook niet zit te wachten op een PowerPoint vol poppetjes. Hoezo was dit ook alweer een goed idee?!

En toch heb ik de hoop nog niet helemaal opgegeven. Tien mei moet ik de resultaten van een werkgroep over samenwerken presenteren. Eigenlijk een mooie testcase, want zoals altijd staan alle punten nu met bullet points opgesomd in een mail. Misschien is het zonder oefening een beetje ambitieus om advies omtrent samenwerken visueel te maken, maar nu het zaadje is gepland, ontkiemt het misschien nog net op tijd. De lol om erover na te denken is er in ieder geval al.