20. mrt, 2022

Zomaar een woonkamer

Er zijn twee dingen die je als ouder een keer moet ondergaan terwijl je er helemaal niet op zit te wachten: hoofdluizen en een slaapfeestje. Net als de luizen konden we het slaapfeestje jaren lang buiten de deur houden; jaren lang kon ik vol mededogen naar andere ouders kijken wanneer zij één van de twee aan de hand hadden. Maar de luizen kwamen alsnog en voor Anouk haar veertiende verjaardag mocht ze dan eindelijk een slaapfeestje geven. (Waarom heet het eigenlijk een slaapfeestje? Ze slapen niet en ze vinden het een groot feest!)

“Het was heel leuk mama en dankjewel dat het mocht”, zei ze aan de ontbijttafel. Aan alle dames kon ik goed zien dat het een korte nacht was geweest. Ik zag dikke ogen, grote wallen en pipse gelaten. Het was half vijf geworden eer ze met zijn zessen op een zee van matrassen en luchtbedden in slaap waren gevallen. Sommigen gaven toe dat ze wel eerder waren weggedommeld, maar dat ze door een gemaakte grap of opmerking toch weer helemaal hyper waren.

Het is de dynamiek, die ontstaat wanneer een groep kinderen op feestjes bij elkaar komt, die ik vrees. En de enige optie is om alles zomaar te laten gebeuren. Ik heb niet voor niets het laatste kinderfeestje als mijlpaal gevierd en slaapfeestjes tot nu toe geboycot; de toezegging voor deze variant van een feestje kwam dan ook niet van mij.

Gisteren kon ik mij redelijk goed overgeven aan de levendigheid al realiseerde ik me wel hoe gehorig huizen uit 1910 zijn. Ook weet ik nu dat het sluiten van deuren vanaf een bepaald decibelniveau geen enkel verschil meer maakt. Vanuit mijn bed hoorde ik tot in detail hoe ze spelletjes deden, piano speelden (leuk!) en hoe ze af ze af en toe even stil waren, wanneer ze ieder voor zich op hun telefoons keken om te kijken of er ergens anders nog iets te beleven viel.

Op een gegeven moment liepen zij naar boven en kon ik het niet laten om juist naar beneden te lopen om een kijkje te nemen. Ik kon toch niet slapen en wilde de ergste troep in de woonkamer alvast opruimen. Wat ik toen zag bracht mij mijn nachtrust terug: de woonkamer was keurig netjes opgeruimd. En dus dommelde ik daarna wel dronken van trots in een diepe slaap en werd ik niet hyper van een gemaakte grap of opmerking. Helaas had ik die ochtend wel en dikke ogen en grote wallen en een pips gelaat.