8. aug, 2021

Zomaar wat stroom

Ik was stiekem wel opgelucht toen we de boot vrijdag weer in zijn geheel afleverden. Het blijft apart dat je zo’n grote boot zonder vaarbewijs kan huren. De instructie die we kregen over de boot en zijn knoppen was ook erg beperkt. Met dank aan de vaarles en de schipper ging het varen gelukkig wel gelijk goed.

We waren net helemaal gewend aan het varende bestaande toen we op dag drie pech kregen. Ik had de Airfryer meegenomen zodat de glutenvrije familieleden ook een lekker broodje konden eten. De eerste dagen ging dat goed, maar op zondag avond ging het fout. Toen de kinderen paniekerig riepen dat hun mobiele telefoons niet meer oplaadden, werd duidelijk dat er iets mis was met de stroom.

Vervolgens belden we met een Fries die extreem geagiteerd reageerde op het woord Airfryer. Hij sommeerde ons kortaf om de volgende dag om negen uur de receptie te bellen en tot die tijd plaats te nemen in een strafbankje.

De stemming aan boord sloeg na dit telefoongesprek gelijk om. De schipper baalde vooral van zichzelf, terwijl de kinderen partij kozen voor de Fries en zich voor ons schaamden. ‘Wij gaan van boord, als er een monteur komt!’, riepen zij voor het eerst en laatst eensgezind.

En ik, ik was haast rancuneus over de toon die deze man tegen ons aansloeg. Het was misschien ondoordacht, maar er was aan boord nergens een gebruiksaanwijzing of uiting waaruit een wattage beperking bleek. Het was ook niet genoemd in de mondelinge instructie. Die Airfryer had ik bovendien niet uit luxe meegenomen. Deze meneer had vast niet te maken met glutenvrije familieleden die zonder Airfryer alleen gortdroog en niet-te-eten brood kunnen eten op vakantie, terwijl hij zelf ten alle tijden een lekker knapperig broodje kan wegwerken.  

Ruim twaalf uur later bleek alles halb so schlimm en konden we de reis weer voortzetten. Alle gemoederen bedaarden mede doordat de mobielen weer waren opgeladen. En, voor de broodjes kochten we een haspel zodat we de Aifryer rechtstreeks konden aansluiten op de walstroom. Eind goed al goed en we hadden in ieder geval één avond noodgedwongen spelletjes met elkaar gespeeld.

Alle betrokkenen zijn het voorval al lang weer vergeten, terwijl ik nog steeds boos word als ik aan het telefoongesprek denk. Ik neem zonder problemen de schuld op mij en draag graag eventuele kosten. Ik kan er alleen niet tegen om op deze botte en eenzijdige manier terecht te worden gewezen. ‘Wat vervelend voor jullie’,  was genoeg geweest. Overgevoelig? Misschien, maar ik zie noch droog noch knapperig brood in deze vorm van communicatie.