16. mei, 2020

Zomaar een emmer

Er zijn twee dingen die ik vaker doe in deze corona tijd. Elke zaterdag ochtend maak ik iets glutenvrijs en om de week op vrijdag middag poets ik de bovenste twee verdiepingen van het huis.(Voor de beneden verdieping is iemand ander verantwoordelijk.) En voor beide activiteiten ben ik eigenlijk niet in de wieg gelegd.

Laatst moest ik nog een lading mislukte kletskoppen weggooien omdat ik het aantal gram van de vloeibare boter met die van de donkere basterdsuiker had verwisseld. En de thuis gemaakte glutenvrije broodjes zijn nog nooit zo geworden als tijdens de bakworkshop, terwijl ik vind dat ik toch echt precies hetzelfde doe met precies dezelfde ingrediënten.

Bij het poetsen krijg ik gelijk ruzie met de stofzuigerslang die eruit floept als ik er net te hard aan trek. En als die slang al blijft zitten, dan zit de draad geheid onder de stofzuiger en krijg ik er nog geen beweging in omdat de wieltjes blokkeren. Bij het dweilen stoot ik die onhandelbaar, lange stok overal tegenaan en heb ik na eerdere dweilpoging al een hele nieuwe stok moeten kopen, omdat ik het mechanisme had gemold. En als je dan klaar bent, dan heb je nog die emmer vol vies water en dito dweil, waar je iets mee moet.

Waarom is het toch, dat de één in een handomdraai een taart creëert die ok nog eens op een kunstwerk lijkt en de ander al moeite heeft met het maken van zandkoekjes? Waarom heeft de één een voldaan gevoel na het schoonmaken, terwijl de ander achteraf (te) veel plekken ontdekt die allemaal zijn vergeten? Is dat genetisch? Is dat voorbeeld? Interesse?

Ik geef toe dat ik wel steeds beter word in bakken en poetsen. De Jan Hagel koekjes van vanochtend waren volgens alle huisgenoten de beste tot nu toe. Het wordt tijd dat ik op zoek ga naar greinsuiker voor de finishing touch.

Het stofzuigen van de trap en de mat bij de voordeur geeft mij inmiddels zelfs een beetje voldoening. Ik baal als ik gelijk weer een lange, grijze haar zie liggen en pak soms ook tussendoor de stofzuiger om de trap even ‘bij te werken’. De leercurve is stijl al zullen huishoudelijk klussen nooit voor mij zijn weggelegd.

Wat betreft mijn professionele leercurve, moest ik afgelopen week nadenken over mijn ontwikkeldoelen met betrekking tot werk. Wie hiermee te maken heeft gehad, zal dit verplichte nummer herkennen. Op een gegeven moment schrijf je maar gewoon iets generieks op om er vanaf te zijn. Vaak ziet de wereld er op het moment van de beoordeling toch weer anders uit. Geënthousiasmeerd door mijn derde leidinggevende binnen het afgelopen jaar, heb ik mijn ontwikkeldoelen dit jaar weer eens serieus ingevuld. Ik ben benieuwd of er nog beweging zit in mijn vastgeroeste patronen. Misschien wordt het wel dweilen met de kraan open, maar dan in ieder geval zonder stok en zonder emmer.

Meest recente reacties

03.12 | 15:18

Maar nog geen publicatie in het Haarlems Dagblad.

03.12 | 14:00

Je haalt me de woorden uit de mond.
Misschien is het iets familiairs.

03.12 | 11:18

Hoi Roelefien,
Wat een leuke stukjes heb je geschreven.

21.11 | 13:44

Prima stuk Roelefien!

Deel deze pagina