9. mei, 2017

Zomaar een brand

Het is zover. Dit is blog nummer 30. Ik heb dus nu voldaan aan de boodschap uit de TED talk “Try something new for 30 days”. Het zijn dan geen days, maar blogs, maar het gaat om het principe. Ik heb 30 keer iets nieuws gedaan. Eerst wilde ik met de 30ste wachten tot 17/18 juli en mededelen of ik wel of niet geplaatst ben in de nieuwe organisatie. Maar dat lijkt nog wel heel erg ver weg. Morgen heb ik mijn gesprek. De spanning stijgt wel een beetje. Langzaam STARt het mij een beetje en kan ik geen situatie, taak, actie en resultaat meer zien en vooral onthouden. Ik ben hier zo slecht ik. Wat hebben ze aan iemand die uit haar hoofd allerlei voorbeelden opdreunt...

Ter ontspanning kijk ik nog even naar DWDD waarin Hugo Borst over zijn tweede boek vertelt. Ik realiseer me dat ik ook zo’n boek had kunnen schrijven. Mijn vader had de ziekte van Parkinson en heeft tot slot ook bijna 3 jaar op zo’n afdeling in een verzorgingstehuis gewoond. Zoals Hugo Borst zijn moeder als een deftige dame omschreef, zo kan ik mijn vader omschrijven als een professor die door de ziekte van Parkinson de regie en zijn waardigheid verloor. En dat was deels te "danken" aan de situatie in het verzorgingstehuis. Hij was er niet gelukkig en wij waren er niet gelukkig mee. Maar als een in-Parkinson-gespecialiseerde-afdeling niet afdoende is, wat dan wel? Achteraf bleek het verzorgingstehuis ook op DE zwarte lijst te staan. De bevestiging op papier, maar eigenlijk wisten we het ook wel. Als een verzorgende niet op of om kijkt als je op bezoek komt, het afdelingshoofd niet eens met haar eigen bewoners in dezelfde lift wil staan en pas tevoorschijn komt bij overlijden en er maandelijks een nieuwe afdelingsarts is, dan krijg je daar geen warme gevoelens van. En of je mentaliteit met geld oplost? Ik heb Hugo Borst ook eens horen zeggen dat een directeur die iedereen inclusief mantelzorgers bij naam kent het verschil maakt tussen een goed en slecht draaiend tehuis. Hoe vernederend is het als je damesonderbroeken vindt in de klerenkast van je vader. Ik hoor Eva Jinek nog in een programma roepen hoe schandalig het is dat je dan als kinderen niet een gedeelte van de taak overneemt. Dat zijn van die makkelijke opmerkingen die extra hard binnen komen in zo’n periode. Mijn inbreng was gezien de afstand en situatie heel beperkt. Maar het is te makkelijk dit bij de familie te leggen. Zeker als je zelf niet in die situatie zit. De periode dat mijn vader opgenomen was gaf meer onrust dan rust. Ik vind dat je het recht hebt om meer te mogen verwachten. En het sluitstuk van zijn verblijf is een scenario dat zo in een surrealistische film verwerkt kan worden. We hadden hem zo mooi verzorgd en vertrokken zo trots, om een paar uur later de politie en een verzorgster aan de deur te hebben. Een brand, waarbij de “centrale” een verkeerde woning had laten zien. Zo haalde hij na zijn overleiden nog het RTV NOORD nieuws. Het bleek een smeulbrand en de uitvaarverzorgers hebben echt hun best gedaan, maar hij zag er niet meer uit zoals we hem hadden achtergelaten. Gelukkig kregen we later wel een bloemetje en is er nog een paar keer bezorgd navraag gedaan over de extra emotionele schade die wij als familie daardoor geleden hebben. Maar dat was natuurlijk niet zo. Het bloemetje en een excuus zijn denk ik samen in een doofpot beland. Ik kreeg van de verzekering nog meer informatie dan van het verzorgingstehuis. In het begin ben ik er nog wel hard ingegaan, maar ik gaf het al snel op. Het had geen zin. Ik ben wel blij dat Hugo Borst aandacht voor de normalere misstanden genereert.

Na aankondiging van Hugo kwam deze blog eruit. Stom genoeg heb ik hem gisteren niet geplaatst. Inmiddels een dag later is het gesprek achter de rug. Een uiterst verrassend informeel en persoonlijk gesprek. De boodschap om er vooral een “fijn” gesprek van te maken is bij mijn interviewers in ieder geval goed aangekomen. Het lijkt me alleen echt dubbelzuur op het moment dat je niet geschikt wordt bevonden. Naast het “fijne” gevoel vind ik ook dat ik genoeg van mezelf heb kunnen laten zien. (Ik heb mezelf een moeder gans van het team genoemd. Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen). Voor der rest wel vaker op mijn tong gebeten om de samenvattingen van de recruiter niet te relativeren. Mijn vader zou af en toe gezegd hebben: ‘wat stinkt het hier.’ Ik heb ze ook verteld over mijn blog. Daarmee konden ook weer wat vinkjes worden gezet volgens mij. En eigenlijk kom ik tot de conclusie dat het schrijven van de blogs veel meer heeft gebracht als voorbereiding op het gesprek dan welk STAR voorbeeld dan ook. Het 10.000 STAPpen plan misschien ook wel, al heb ik dat doel vandaag niet gehaald.

Meest recente reacties

03.12 | 15:18

Maar nog geen publicatie in het Haarlems Dagblad.

03.12 | 14:00

Je haalt me de woorden uit de mond.
Misschien is het iets familiairs.

03.12 | 11:18

Hoi Roelefien,
Wat een leuke stukjes heb je geschreven.

21.11 | 13:44

Prima stuk Roelefien!

Deel deze pagina